Gijs - Illustrator
Gijs - Illustrator
Gijs Vanhee is illustrator, graffiti-artiest en muralist en bekend om zijn verhalende tekeningen, waar vaak een vogelfiguur de hoofdrol speelt. Hoewel hij afstudeerde als productontwikkelaar, rolde hij al snel de artistieke wereld binnen.

“Tekenen was voor mij altijd een escape, al sinds mijn kindertijd. Als puber was skaten natuurlijk een pak hipper. Maar door dat rondhangen op skatepleintjes leerde ik wel graffiti kennen, de coole vorm van tekenen. Dat stimuleerde mij vooral om er vaker mee bezig te zijn. Op school gebruikte ik dat ook als ruilhandel. Tekeningen in ruil voor notities van lessen die ik saai vond. (lacht) Vanaf mijn studententijd maakte ik als bijverdienste muurschilderingen in kinderkamers of in tuinen. Toen ik later als productontwikkelaar werkte, kwam ik in contact met Arnaud van Mobile School (Mobile School brengt educatie naar straatkinderen overal ter wereld, nvdr). Ondertussen werk ik al zeker 15 jaar voor hen als illustrator voor het educatieve materiaal. In 2015 was ik stadskunstenaar van Mechelen. Op dat moment heb ik besloten dat ik eigenlijk echt mijn eigen ding wil doen. Ik wil minder schilderen in opdracht, zoals ik vroeger deed. Het is boeiender om op zoek te gaan naar het verhaal dat ik zelf wil vertellen. Dat kan dan gaan over dat personage, de vrijheid, of ideeën van de wereld die we kunnen creëren in ons hoofd, versus de realiteit. "Het was voordien nooit in mij opgekomen om van tekenen mijn job te maken, ook omdat ik nooit heb geleerd dat zoiets kon. Ik denk soms dat wij in België iets te snel worden gedwongen om een keuze te maken in functie van een carrière. Terwijl je op zo'n moment als twintiger, zeker ik dan, nog zoekende bent. Wat is je plaats in de wereld? Wie ben je? Wat wil je? Het is moeilijk om dan al te kunnen beslissen wat je in je leven wilt gaan doen.”
Voor Gijs is zijn job een onderdeel van zijn leven, hoewel hij ook met momenten de nodige afstand wil nemen van zijn werk.
“Het was altijd de flow van mijn leven op een of andere manier. Toen ik vier jaar en half geleden mijn eerste kindje kreeg, veranderde dat wel voor een stuk. Opeens heb je er een grote verantwoordelijkheid bij. Automatisch ga je dan je job serieuzer nemen. Ik heb ook geleerd dat ik af en toe mijn job moet ‘afsluiten’. Dat is keimoeilijk, want het is altijd mijn uitlaatklep geweest om dingen te kunnen verwerken die ik tegenkom. Anderzijds moet je er wel voor zorgen dat je werk authentiek blijft, maar dat het ook geld in het laatje brengt. Dat is die eeuwige balans, die ook wel stress geeft. Ik vind het ook moeilijk om los te laten, ik sta er mee op en ga er mee slapen. Soms zijn er momenten dat ik even besef van... Shit, ik ben dat plezier van dat vrije tekenen met momenten kwijt. Het is mijn job geworden en dat is anders dan je hobby. Niettemin blijft het wel mijn passie.”
Gijs vond wel andere hobby’s die hem helpen om te ontsnappen aan de rat race.
“Ik hou veel van surfen, op zo’n momenten kan ik alles loslaten. Ik voel dat ik beweging nodig heb. Zo ga ik ook muurklimmen, of joggen. Maar ook als ik bijvoorbeeld een mural ga schilderen, dat moet vooruit gaan. Er wordt een hoogtewerker gehuurd en dat kost geld. Op zo’n momenten voel ik mij haast een bouwvakker: het is zwaar werk, maar het loont wel. Ik voel mij echt heropleven als ik zoiets doe. Dat is wat ik wel fijn vind aan een muurschildering, het fysieke aspect dat erbij hoort.”
De evolutie van de street-art is in volle groei, ervaart Gijs. Daarnaast ziet hij tekenen als een belangrijke beeldtaal.
“Ik ben blij dat er eindelijk steeds meer erkenning is voor murals als kunstvorm. Ook heb ik de indruk dat de mensen die nu murals schilderen niet meer enkel uit de graffiti- of street-art wereld komen. Dat is een boeiende evolutie. Dat is een van de sterke dingen van de graffiti- en street-art beweging. Dat staat heel dicht bij de mensen. Het is een duidelijke, niet-elitaire taal. (denkt na) “Kijk, er zijn politici die vinden dat mensen zelfs thuis beter Nederlands zouden moeten leren spreken voor hun ontwikkeling. Nochtans is er één taal die iedereen ter wereld verstaat. Elk kind is bovendien intrinsiek gemotiveerd om die taal te willen leren. Die taal, dat is tekenen. Iets tekenen, dat begrijpt iedereen. Je hebt daar natuurlijk gradaties in. Als je een cirkel tekent, zal bijna iedereen dat herkennen als een ‘cirkel’. Teken twee cirkels met een streep en een bolletje erover, dan herkent bijna elk mens dat het een voertuig is. En dan kun je verder en verder gaan. Op een bepaald moment kun je ook tekenen wat gevoelens zijn. Waarom motiveren we dat niet harder? We zouden zoveel beter met elkaar kunnen communiceren... Je kunt veel afleiden uit hoe kinderen tekenen, want al is het gewoon de veeg verf die bepaalt hoe blij of gemotiveerd dat kind was. Het is zo'n taal waar wij allemaal in geïnteresseerd zijn. We willen allemaal met elkaar kunnen communiceren.”